Dit is een handleiding van niks
Niks doen is een luxe waar we niet aan toekomen en áls het dan zover komt, maakt het je minder gelukkig, zegt neuropsycholoog Stefan van der Stigchel. Waarom zijn we zo slecht in Het Grote Niks?
Er zijn mensen die goed niks kunnen doen. Ze gaan, al dan niet vergezeld door een kop koffie, zitten op een bank, kijken voor zich uit en laten het daar dan ook bij. Geen scherm, geen muziek, geen podcast in de oren, geen afleiding. Gewoon. Even. Helemaal. Niks.
Ik weet het, groundbreaking.
Volgens schrijver en journalist Olga Mecking1 zouden wij Nederlanders daar nogal bekwaam in zijn, omdat we er een mooi woord voor hebben: niksen.
Nu verdient ‘niksen’ naast onder meer ‘senang’ ‘bamboebos’ en ‘schaterlachen’ absoluut een plekje op mijn mooiewoordenlijst, dat is het probleem niet, maar wat ik minder goed begrijp is wie ze ooit voor dat boek heeft gesproken, want ik ken, laat me even tellen, precies nul mensen die dat goed kunnen. Mijn oma voor het gemak even buiten beschouwing gelaten.
Hoe krijg je niks doen in de vingers?
Mijn inziens had Mecking misschien beter naar de la dolce far nientende Italianen kunnen kijken om de ‘kunst van het niksen’ te begrijpen, maar wie ben ik om te oordelen. In ieder geval geen Italiaan en, tot mijn grote spijt, al helemaal geen nikser.
Omdat ik wel benieuwd was hoe je dat precies doet, niks, schreef ik er ooit al eens wat over voor Flow, maar eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik het jaren later nog altijd niet in de vingers heb.
Wat ik dan wel weer in de vingers heb, is een telefoon en een laptop met toegang tot een berg prikkels waar je eng van wordt. En laat de kans groot zijn dat het hele probleem van niks deels daar ontspringt; bij die berg prikkels in mijn vingers. Dat vertelt hoogleraar cognitieve psychologie Stefan van der Stigchel2.
Overal is nieuwe informatie
Rust vinden is tegenwoordig een stuk lastiger dan vroeger, stelt Van der Stigchel. Onder andere omdat we elk loze moment vullen met iets dat prikkelt; een podcast, nieuws, social media, mails.
“Er is altijd wel nieuwe informatie om tot je te nemen, waardoor je er bewust voor moeten kiezen om niets te doen. En dat is lastig.”
MAr DaN LeG j3 tOcH gEwoOn jE tEl3fOoN WegGgH?!
Luidt het geluid van een goede boomer die het gros van zijn bestaan schermloos en dagdromend de dag doorkwam.
En dat klopt natuurlijk zoals een bus dat doet, maar dat betekent niet dat het makkelijk is. Van der Stigchel bevestigt waarom:
“Het is niet altijd prettig om met je gedachten te zijn. Hoewel dagdromen positief klinkt, blijkt uit studies dat je juist minder gelukkig bent als je niks doet.”
Dat komt omdat je tijdens het dagdromen de ruimte hebt om je zorgen te maken: “Piekergedachten poppen automatisch op, terwijl je daar minder last van hebt als je aan het werk bent of naar een scherm kijkt.”
Je brein is bezig waardoor er geen ruimte is om na te denken over die ruzie van gisteren, die fout die je maakte of wat er gaande is in de wereld.
Je ongelukkige zelf
We willen dus wel dagdromen en niksen, maar uiteindelijk vullen we die loze momenten liever op met iets anders dan ons ongelukkige zelf. En soms is dat een scherm, soms is dat een zelfhulpboek, een cursus, een nieuw project, nog een nieuw project, marathontraining, wat extra uren werk…
Want o ja, die bestaat ook nog, de prestatiemaatschappij die je om de oren slaat dat stilstaan voor dummies is en je beter kunt plaatsnemen in een van de vele hamsterwielen die je succes voorhouden zolang je maar blijft rennen.
Want de enige manier om ergens te komen, is vóóruit, niet achteruit, en al helemaal niet op de plek waar je nu bent, nee, wee je gebeente als je blijft waar je nu bent.
De druk van het moderne leven
Niet dat die druk per se iets nieuws is, trouwens, want stress is iets van alle tijden3.
Zo sprak neuroloog George M. Beard in 1860 al over, zoals hij dat noemde, ‘Amerikaanse nervositeit’ door de druk van het moderne leven.
En in 1937 werd bijvoorbeeld door de Britse cardioloog Lord Horder gezegd dat we steeds meer kampen met stress die voortvloeit uit monotone werkdagen, weinig slaap, weinig beweging en de druk die we elkaar opleggen.
Hoe trap je op de rem?
Prestatiemaatschappij of niet, we leggen elkaar druk op en de technologie maakt het er niet relaxter op, met alle nervositeit van dien.
Hoe je dan toch kiest voor niksen? Door, al dan niet vergezeld door een kop koffie, op een bank te zitten, voor je uit te kijken, ogen dicht mag denk ook wel, en het daar dan ook bij te laten.
Ik zei het toch: een handleiding van niks.
P.S. Ik ben volgende week op het Zweedse Gotland en de week dáárna verhuis ik over landsgrenzen terug naar beneden zeeniveau en in het kader van niks, minder scherm en mijn creativiteit die óók baat heeft bij een beetje rust, neem ik een korte pauze. Je vindt me ergens in mei weer in je inbox.
P.P.S. Ook op de mooiewoordenlijst: schwung, gruzelementen, mesjogge, allegaartje, van lieverlee (ook al zijn dat er twee) en nog veel meer want ik ben gek op mooie woorden.
P.P.P.S. De lelijkewoordenlijst bevat onder andere: afplaktape, huidsappen, zaniken en moederkoek.
P.P.P.P.S. Hoewel ik toch wel lekker blijf tikken, kun je mijn werk steunen met de prijs van een kop koffie of een rolletje afplaktape:
Mecking schreef in 2019 een artikel voor The Times over de ‘Nederlandse’ kunst van het niksen en twee jaar later volgde zelfs een boek. Mijn vermoeden is dat ze hiervoor vooral bejaarden heeft gesproken.
Ik sprak Van der Stigchel voor een stuk over waarom we in hemelsnaam zo moe zijn met zijn allen en of dat ook anders kan.
Ik noem het lummelen - niksen, rommelen, beetje rondhangen. Heerlijk en bij vlagen ben ik er erg goed in, zelfs zonder piekeren 😊
Leuke nieuwsbrief! Geniet van je pauze.